Bijverdiensten naast WIA-uitkering

22 november 2021 Geschreven door: Stéphanie Heijtlager

Het feit dat je arbeidsongeschikt bent en een WGA-uitkering ontvangt, wil (meestal) niet zeggen dat je naast je uitkering ook een hobby mag verrichten. Dat neemt echter niet weg dat deze 'hobby's' niet in strijd mogen zijn met de verplichtingen die je als uitkeringsgerechtigde hebt (zie artikel 27 t/m 30 Wet WIA).

Volgens de verzekerde in deze kwestie had zij als hobby haarproducten. In het kader van deze hobby heeft zij een Facebookpagina aangemaakt met als doel om in contact te komen met mensen die dezelfde interesse hebben in haarproducten. Daarbij is zij 'vergeten' te vermelden richting het UWV dat zij in het kader van haar hobby ook inkomsten genereerde. Volgens het UWV heeft de verzekerde daarom haar inlichtingenverplichting geschonden en is het UWV overgegaan tot herziening en terugvordering van de teveel betaalde WGA-uitkering. De verzekerde stelt zich echter op het standpunt dat zij alleen maar haarproducten voor vriendinnen heeft 'gekocht' en heeft zij er niet bij stilgestaan dat er grote bedragen werden bijgeschreven/afgeschreven van haar rekening. Zij vindt dat zij daarom haar inlichtingenplicht niet heeft geschonden en dat het UWV haar ten onrechte een boete heeft opgelegd/haar uitkering heeft teruggevorderd.

Maar is hier wel sprake van een hobby?

De Raad oordeelt echter dat de rechtbank met juistheid heeft geoordeeld dat de werkzaamheden van mevrouw het stadium van een 'hobby' ver zijn gepasseerd en dat het UWV daarom terecht een deel van de uitkering heeft teruggevorderd:

"(...)

De door appellante verrichte werkzaamheden dienen, gelet op de aard en de omvang ervan, te worden aangemerkt als werkzaamheden die op geld waardeerbaar zijn en waarmee geldelijk voordeel werd beoogd of volgens de in het maatschappelijk verkeer geldende normen redelijkerwijs kon worden verwacht. De door appellante verrichte activiteiten hadden het stadium van een hobby gepasseerd. Appellante heeft haar stelling dat dit anders is, niet onderbouwd met verifieerbare, objectieve gegevens. De rechtbank heeft terecht van belang geacht dat de omstandigheid dat appellante tijdens het gesprek van 15 november 2018 de namen van personen die geld aan haar hebben betaald niet kan thuisbrengen, er niet op duidt dat sprake was van een vriendendienst. Appellante had het Uwv daarom over deze activiteiten moeten inlichten.

(..)"

Dringende reden om van terugvordering af te zien?

Verder deed de verzekerde in kwestie nog een beroep op een dringende reden, op grond waarvan de uitkering niet teruggevorderd had mogen worden door het UWV. Volgens vaste rechtspraak van de Raad kunnen dringende redenen gelegen zijn in "onaanvaardbare sociale en/of financiële gevolgen van de terugvordering voor een betrokkene. Het gaat dan om incidentele gevallen, waarin iets bijzonders en uitzonderlijks aan de hand is, en waarin een individuele afweging plaatsvindt van alle relevante omstandigheden." Volgens de Raad was daarvan in dit geval geen sprake.

Kortom: mevrouw had het UWV moeten inlichten over haar 'op geld waardeerbare hobby', nu zij dit heeft nagelaten, mocht het UWV de teveel betaalde WGA-uitkering terugvorderen. De (ex-)werkgever die mogelijk wordt doorbelast voor deze uitkering moet goed controleren dat deze lagere uitkering twee jaar later ook goed op de premiebeschikking Whk staat.

Gerelateerde artikelen